De filosofie wordt bijgehouden in een groot boek – ik
bedoel het universum – dat voortdurend openstaat voor onze blik, maar dat niet
begrepen kan worden, tenzij men eerste de taal leert te verstaan en de letters,
waarin het geschreven is, kan lezen. Dit is de taal van de wiskunde en de
letters zijn driehoeken, cirkels en andere geometrische figuren, zonder welke
het onmogelijk is om een woord van de taal te verstaan; zonder die figuren
dwaalt men rond in een donkere doolhof.
Galileo Galilei (1564-1642)
IN: Priya Hemenway, De geheime code, p. 79
Geen opmerkingen:
Een reactie posten