De zielzorger Eckehart vecht levenslang en bijna in elke preek tegen
het zichzelf veilig stellen: grijp niet zo gulzig naar God! Al het
achternajagen van genademiddelen, sacramenten, missen, bedevaarten, goede
werken helpt u niets, zo gij niet gelaten uit uw benauwd, angstig en begerig ik
treedt, niet verzaakt aan het materiƫle, van de wereld geen afstand doet, en
dan God binnenlaat in de ruimte die gij voor Hem hebt vrijgemaakt. De
hedendaagse mens glimlacht over de metafysische behoefte van de middeleeuwer om
zich veilig te stellen. Evenwel ziet hij daarbij over het hoofd, dat de
‘neurotische behoefte aan zekerheid’ van de moderne mens minstens even
gevaarlijk en riskant is als de zekerheidsneurose in Eckeharts tijd.
Hedendaagse sociologen hebben erop gewezen, dat juist daardoor de massa’s, de
volkeren, de politici, de bedrijfsleiders, de kerkelijke instanties de ergste
bedreiging voor de wereldvrede en innerlijke vrede vormen. De intermenselijke
betrekkingen zijn nog moeilijker geworden sinds het verlangen naar totale
zekerheid van de hemel naar de aarde verlegd is.’
Friedrich Heer
IN: Jacques Benoit, Meester Eckehart. Inleiding en bloemlezing, p. 34/5
Bij een vrouw weet je nooit waar de engel ophoudt en de duivelin
begint.
Heinrich Heine
Geen opmerkingen:
Een reactie posten