De monade of eenheid is de basis van alles; uit deze
monade komt de ongedefinieerde dyade of het tweedeel voort, die als ondergrond
dient voor de monade, die de oorzaak is; uit de monade en de ongedefinieerde
dyade komen getallen voort, uit getallen punten; uit punten lijnstukken; uit
lijnstukken vlakfiguren; uit de vlakfiguren veelvlakken; uit veelvlakken
waarneembare lichamen met de vier elementen: vuur, water, aarde en lucht; deze
elementen zijn uitwisselbaar en veranderen in elkaar, en vormen samen een
bezield, intelligent, bolvormig universum met de aarde in het midden; de aarde
zelf is ook bolvormig en rondom bewoond. Er zijn ook tegenvoeters, ons ‘beneden’
is hun ‘boven’.
Diogenes Laertius, 3e eeuw v. Chr.
IN: Priya Hemenway, De geheime code, p. 50
Geen opmerkingen:
Een reactie posten