woensdag 6 november 2013



Oneindig zijn onze daden, maar begrensd is onze wijsheid…
Onbeperkte verantwoordelijkheid zonder onbeperkte wijsheid en onbegrensde macht is onze ultieme belemmering…
De ontologie, de zijnsleer, onderzoekt wat bestaan is. Wat betekent het om te doen? de religieuze geest onderzoekt wat doen is. Wat betekent het om te doen?
Eén daad van een enkeling kan het lot van de wereld beslissen. ‘Als hij één goede daad verricht, is hij gezegend, want hij beweegt de weegschaal zowel voor zichzelf als voor de hele wereld naar de kant van de verdienste. Als hij één overtreding pleegt, wee hem, want hij beweegt zichzelf en de hele wereld naar de kant van de schuld.’
Citaat: Leviticus Rabba 31,4
Abraham Joshua Heschel, God zoekt de mens, p. 270/1

Een Engelsman bemint de vrijheid als zijn wettige gade: bijzonder galant doet hij niet, maar als iemand haar te na komt, verdedigt hij haar. Voor de Fransman is de vrijheid als een maîtresse, voor wie hij tot alle mogelijke dwaasheden bereid is. En een Duitser houdt van de vrijheid als van zijn oude grootmoeder: het mens zit in een hoek en hij hoeft zich niets van haar aan te trekken.
Heinrich Heine

Om kort te gaan, religieuze ontvankelijkheid is niet het toevallige product van een disfunctionerend hersencircuit. Religiositeit komt voort uit een psychologische behoefte. Die behoefte kan bevredigd worden, doordat bepaalde hersencircuits tot ontwikkeling zijn gekomen. Die circuits ontwikkelen zich bij de gratie van een behoefte en niet omgekeerd. De behoefte ontstond niet als een gevolg van disfunctionerende hersencircuits. ‘Psychology drove biology’
Het bestaan van de ‘religieuze circuits’ in onze hersenen duidt erop dat religieuze ontvankelijkheid een authentiek, en voornaam bestanddeel is van het menselijke bestaan. Het kreeg met recht een stevige biologische verankering die erfelijk werd vastgelegd. De neurobiologische bevindingen loochenstraffen de opvatting dat religiositeit een atavisme is, een primitieve misinterpretatie van een abnormale ‘brain state’.
Herman M. van Praag, God en Psyche, p. 103/4

Door macht uit te oefenen onderwerpen wij een wereld, die we niet zelf hebben gemaakt, aan onze wil en vallen we gebieden binnen die ons niet toebehoren.
Abraham Joshua Heschel, God zoekt de mens, p. 271

Ik zou niet graag willen beweren dat vrouwen geen karakter hebben – integendeel, ze hebben haast elke dag een ander karakter.
Heinrich Heine

Geen opmerkingen:

Een reactie posten